verhaal 188: Dodenherdenking

Veldwachter Westerhuis moest de zware gang naar de Talmaweg maken om het droeve nieuws over het ongeluk te vertellen.

¨Jampie !!!….Jampie!!! oes Jan is dood¨ schreeuwde zijn vader verbijsterd. Een buurjongen, oorgetuige, vertelde het verhaal alsof het gisteren gebeurde. Het speelde in oktober 1967. Jan zat destijds in de vriendenclub van zijn oudste broer. Bij beter opletten had Jan, ook nu nog, kunnen juichen voor zijn kleinzoon bij de aanstaande kampioenswedstrijd van de Boys.

Zelfs in Witteveen gebeuren verschrikkelijke dingen. Cafe´s branden af, zoals ¨De Hoge Dennen¨ in hetzelfde rampjaar 1967 of heel recent ¨Het Witteveen¨. Maar uit die as zijn weer prachtige bouwwerken herrezen. Echter een kind verliezen, een jong leven onverwacht zien knakken, laat een eeuwig durend litteken.

Onvoorstelbaar de enorme leegte bij de vele families op dit ogenblik in de Oekraïne of Rusland, het is echt geen potje stratego, jonge slachtoffers van vlees en bloed. Net zoals het nog steeds gevoelde leed van de Vietnam slachtoffers of verder terug onze eigen oorlogen. Opvallend hoe vaak ook de tweede wereldoorlog nog terugkomt in de verhalen van de kinderen en kleinkinderen van Nederlanders uit die tijd.

Het moet ook, de vlag uit, de herdenking op 4 mei en de dankbaarheid op 5 mei. Het klinkt als een afgezaagd verhaal, maar desondanks niet minder waar. We mogen dankbaar zijn dat wij in vrijheid en welvaart mogen leven en dan ook nog in Witteveen.

Klote zeemeeuw

Genoeg droefenis van Uw dominee. Is het U niet opgevallen dat er afgelopen zaterdag wel erg weinig papier tussen het oude karton stond. Het meeste oud papier is namelijk bij mij terecht gekomen. Veel oude stukken zijn hier gebracht. Over het verleden van Witteveen; over school, buurthuis, voetbalvereniging…., héél véél vergader stukken. Getypt nog op een machine, of, als ze nog ouder zijn, handgeschreven.

Prachtig handschrift, leest als een gedicht, het doet denken aan het schrijven van mijn vader, slechts op een 7-stuiver schooltje gezeten, maar een veel fraaier handschrift dan zijn gestudeerde zoon, mijn schrijven, dat ook nog eens veel slechter wordt. Als er tegenwoordig iets handgeschreven moet worden zijn het houterige blokletters, onleesbare hiërogliefen, het schrijven is bijna verleerd.

Ook het lopen moet je niet verleren, door het vele fietsen en wellicht ook door jarenlang rennen achter een balletje, gaat ook het lopen moeizamer. Derhalve niet altijd op de fiets maar ook aan de wandel.

Midden in het dorp op de Kerkweg zie je regelmatig een merel rondhuppelen met een bijna geheel witte staart. Het is geen vergrijzing maar waarschijnlijk is het een gen afwijking, door de kenners leucisme genoemd.

Hoe kijken de normale, volkomen zwarte vogels tegen deze soortgenoot aan. Gezien de prachtige kleuren in de huidige paartijd van bijvoorbeeld vinken, zijn vogels kleurgevoelig. Is dan sprake van discriminatie of is zo´n witte achterkant woest aantrekkelijk. Fluisteren de merel meiden onderling, met vleugels voor de bek, over de natte droom van een woeste paring ? En de jaloerse mannen overwegen zij een knokploeg om die concurrent voor altijd uit Witteveen te timmeren. Klote zeemeeuw !