De toegang tot de begraafplaats van Hilversum, ontworpen door architect Dudok, is wereld beroemd. Ook in Gorredijk is men trots op de poort tot het knekelhof, het is een nationaal monument.

Onze voorouders hadden het, ondanks het harde werken, niet zo breed, maar zorgden toch voor een aansprekende toegangspoort tot de hemel. Mooi metselwerk, ranke ijzeren hekken, fraai gelegen in de bossen. Het geheel passend in de bouwstijl van andere Witteveense bouwwerken, de grote boerderijen, de kerk, het meetstation en uiteraard het lijkenhuisje op het kerkhof zelf.

Echter plots is de toegang gewijzigd, het kerkhof is dichtgetimmerd met lompe planken, de Rodo´s zijn gerooid. Het is, ook bij navraag, onduidelijk hoe deze respectloze ingreep tot stand is gekomen.

Kan Uw columnist niet meer met zijn tijd mee en sluit hij aan bij het ¨vroeger was alles beter”gemopper ? Of is de renovatie een smakeloze ingreep ?
In ieder geval heb ik, uit protest, besloten mijn hemelvaart voor onbepaalde tijd uit te stellen.
Belangrijker echter is natuurlijk wat de huidige bewoners vinden van de ingreep. Ik denk dat zij liggend tussen houtwerk, al genoeg planken rond de kop hebben.
Vrolijke verbazing
Vroeger, op training, was hij in staat om je door midden te schoppen. Gelukkig droeg hij in het weekend óók een groen-wit shirt, onze tegenstander kreeg te maken met zijn meedogenloze winnaars mentaliteit.
De tijd raast voort en inmiddels is hij een betrokken dorpsgenoot die Uw columnist waarschuwde om niet met oortjes in te fietsen. Levensgevaarlijk, zeker met die stille elektrische auto´s van tegenwoordig.
Toch het luisteren naar een interessante podcast of het trappen op het ritme van je favoriete muziek is ook een van de charmes van het fietsen.
Ik kies voor deze vrijheid en ook de helm blijft thuis, een onvoorzichtige keuze, maar zo´n omgekeerde kokosnoot op je hoofd is geen gezicht.
Onbegrip en vrolijke verbazing laatst op een terras in Westerbork. Een tweetal bejaarde fietsers zat op het terras aan de koffie met taart. Hij zijn witte staken onder de korte broek. Zij had haar pyjamabroek nog aan, hoewel dergelijke broeken tegenwoordig, ook overdag, in de mode zijn.
Allebei hadden zij de helm nog op, alsof het appelgebakje elk moment in hun gezicht kon exploderen.
Vroeger, in de studententijd, was het wellicht verstandig geweest om voor het vertrek uit de kroeg de helm alvast op te zetten. De fietsen destijds werden, zeker in de nachtelijke uren, nog wel eens slap. Maar om op klaarlichte dag, met helm op, een gebakje naar binnen te werken werkte op mijn lachspieren.
Nog een voorbeeld van vrolijke verbazing. Rond Nieuw Balinge reed ik recent langs een kudde honden, de uitlaat-juffrouw was er druk mee, maar hield de beesten niet in bedwang. Het kleinste mormel kwam mij luid blaffend en dreigend tegemoet.
“hij doet niets hoor, hij heeft net gegeten¨ riep de dame in kwestie. Gezien het formaat van het beestje was de kans veel groter geweest dat de rollen omgedraaid konden worden. Hoewel ik, ook niet op de verre oosterse reizen, bewust hond heb gegeten, deed dit beestje me aan een lekkernij uit het verleden denken.

Een snee overlangs in het vlees, mayo en curry er tussen, vervolgens rauwe uitjes er bovenop...een frikandel speciaal. Al jaren niet meer gegeten, maar het water liep mij uit de grijnzende mond.