verhaal 127: sorry Joke

Natuurlijk rijden wij rustig over de Smeengeweg, zelfs op de fiets rijd ik niet harder dan 30. Niet alleen om de eekhoorntjes te ontwijken, maar het is ook altijd weer leuk om te ontdekken wat de hardwerkende inwoners nu weer verbouwen aan het huis of in de tuin. Als er ergens gebuffeld wordt is het aan de Smeengeweg.

Ook wij genieten in de tuin van de eekhoorntjes, een winter lang hebben ze de walnoten gegeten op het tafeltje voor het keukenraam.

Onlangs nog hoorde ik geplons in de regenton, een eekhoorntje, zonder zwemdiploma, probeerde, volkomen kansloos, uit de halfvolle regenton te komen. Uw held aarzelde geen moment en pakte het beestje in doodsnood uit het water. Dankbaar was het knaagdier niet, want het zette zijn tanden vol in mijn hand en verdween als een haas het bos in.

Om verder onheil te voorkomen plaatste ik een klimstok in de regenton.

Op droge dagen moeten de geraniums in de brocante emmers en pannen een plonsje water, derhalve klimstok eruit en gieter erin om water te scheppen. Aan het terugzetten van de klimstok niet gedacht. Enkele uren nadien besefte ik dit vergeetje...te laat, in de regenton lag een levenloos knaagdiertje. Dood door schuld ? Ik heb me in ieder geval een tijd schuldig gevoeld.

Roaring

Nu al aan, hopelijk, het einde van de corona pandemie, wordt een vergelijking gemaakt met de roaring twenties van de vorige eeuw. Na de eerste wereldoorlog, wereldwijde euforie, er brak een tijdperk aan van losbandigheid en feesten. Een waarschuwing is gepast….ooit op de fiets een euforische stemming, zwoele nacht, in het pikkedonker terug fietsen over de hei, na een leuke teamavond op het werk, volle maan. Midden op het fietspad stond een paaltje, dat geen stap opzij deed voor de benevelde fietser. Die moest met de auto weer terug naar Hoogeveen om de vellen weer aan elkaar te hechten. Juist op momenten van euforie moet je altijd op de verdediging letten. Ook de jaren 20 eindigde in een enorme crash.

Ook de natuur is deze dagen roaring, na een koud voorjaar lijkt het alsof alles gelijktijdig uitloopt en gaat bloeien. Onze monumentale dorpsrodo´s bloeien weer als vanouds te midden van bijna alles wat kan bloeien. Neem bijvoorbeeld het fluitenkruid, dat manshoog de bermen siert. Op het fietspad voelt het alsof je tijdens een touretappe door een haag van mensen rijdt, zo dicht staat het kruid langs de paden. Soms is de tegenligger een geroutineerde fietser, waarmee je een glimlach uitwisselt als je elkaar, half in het kruid, passeert.


Meestal echter zijn het oudere elektrische fietsers, die je van ver in de stress ziet schieten als je erop af rijdt. Uiteraard stuur ik dan hoffelijk dwars door de begroeide berm. Maar af en toe zijn de panische tegenliggers mij voor en stoppen om met fiets en al tussen het fluitenkruid te springen. Soms zie je alleen een grijs koppie, met een helm of zonneklep, tussen de witte bloemetjes. Niets tegen grijs trouwens, bij sommige ouderen staat het woest aantrekkelijk...toch