Hoewel we er nog niet aan toe zijn is hij is alweer over…. gevoelsmatig is de zomer meer een ¨zij¨, een prachtige vrouw.
Maar de aftakeling is al een beetje zichtbaar, de eerste bladeren worden geel en een enkel blad waait in een briesje naar de grond.
Het doet mij denken aan de vroeg gestorvenen in mijn omgeving, te vroeg dwarrelden ook zij naar hun laatste rustplaats.
Dit terwijl het merendeel van het blad nog weigert afscheid te nemen en nageniet van de laatste warme dagen. Op zo´n mooie nazomerdag is het goed fietsen. Bijvoorbeeld naar het Amsterdamse veld. Een prachtig natuurgebied op de grens met Duitsland, veel vogels in het natte gebied. Ook nog levend hoogveen, op dit ogenblik zijn er ook kunstwerken te zien van befaamde kunstenaars. Het doet mij niet zoveel, natuur van zichzelf is al mooi genoeg.
Nee de kunstjes waarvoor ik eigenlijk ging, kwamen van onze voetballers. Onze boys, of gezien de leeftijd, onze broekies, moesten tegen de mannen uit Weiteveen. Genieten was het, een beetje mazzel hadden de jongens wel, maar het gevreesde Weiteveen werd met onverwacht grote cijfers verslagen(1 – 5). Een overwinning in de eerste wedstrijd van het seizoen is altijd lekker, het werd dan ook gevierd tot diep in blessuretijd van de derde helft. Echter een waarschuwing, één zwaluw maakt nog geen zomer.
Groningen.
Het laatste nazomer weekend ook naar Groningen gefietst. Een dag heen, een dag terug en in de avonduren naar een optreden, met de Coronapas in je hand kom je door het ganse land.
De tocht voerde tweemaal dwars door het landschap van de Drentse Aa. Een oeroud landschap. Of zoals ze op de website schrijven:
¨ Het best bewaarde esdorpenlandschap van West-Europa. Waar je de geschiedenis van de dorpen, essen, velden en beken nog kunt 'voelen'. ¨
Het klopt, maar er zijn veel prachtgebieden in onze provincie, hoewel op sommige centrale plekken de rust al ver te zoeken is. Rond Zeegse bijvoorbeeld, niet alleen wandelaars en fietsers, maar ook lelijke eendjes, solexen, cabrio´s en motoren probeerden een plekje onder de laatste zomerzon te vinden.
Die drukte was nog niks vergeleken met de stad Groningen. Ook in vergelijking met andere recent bezochte steden als Parijs, Wenen en Rotterdam. Het was er een chaos, een totale wanorde. Rond de vismarkt streden voetgangers, fietsers en scooters tussen de terrasstoeltjes, marktkramen en gestalde fietsen om de schaarse ruimte. Een aandoenlijke strijd als je zelf een terrasstoeltje hebt bemachtigd en onderwijl geniet van een Trappist. Opvallend, ook na de voorstelling, midden in de nacht, was het nog waanzinnig druk, het eerste weekend na Corona leek het alsof de koeien weer de wei in mochten.
Overigens was de voertaal geen Nederlands laat staan plat Gronings, overal werd Engels gesproken. Geen vrij terrasstoeltje meer te vinden. Het leek alsof de buitenlandse studenten en expats de woningnood hadden opgelost door permanent op een terras te gaan bivakkeren. En stond er geen terrasstoeltje op de Grote Markt, dan stonden er wel fietsen geparkeerd, héél véél fietsen.