verhaal 141: Tijdgeest

Je ontkomt niet aan Covid, hoor je er nog wel bij als je niet besmet bent geweest ?

De eerste corona gevallen werden, bijna twee jaar terug, achter de rug van de patiënt, heimelijk besproken.

¨Zie je wel….hij/zij is altijd al onvoorzichtig en onverantwoord bezig...¨

De volgende golf zieken had gewoon pech.

¨het had ook mij kunnen overkomen, gelukkig net op tijd ingeënt.¨

Vervolgens is de besmetting algemeen, nauwelijks te voorkomen en er wordt gesproken over de ernst van de doorlopen besmetting, het soort virus en de duur van de quarantaine. De herstelde snotteraar is blij dat hij/zij het heeft gehad.

Uiteindelijk blijft er een groepje zonderlingen over. Mensenschuw, contactarm met een putlucht om zich heen. Hoeveel nieuwe mutaties er ook ontstaan, de virusdeeltjes zweven met een grote boog om deze outcasts heen.

De meerderheid moppert over de verloren tijd; niets mag en kan. Echter als oude fietser heb je weinig last, maar hoe had je er zelf ingestaan als jongvolwassene ? Ook mopperend over de verloren tijd zonder feest, terras of massaal festival met schuimloos bier in plastic. Of had je, tegen de stroom in, de kans aangegrepen te leren gitaarspelen, goed Spaans spreken of lekker leren koken, fietsen repareren wellicht ? Wat dat betreft heeft de huidige jeugd het een stuk makkelijker met allerlei leermateriaal op internet. Maar het gevaar ligt op de loer: zinloos klikken op de laatste roddels en hypes geserveerd door influencers of de Talpa familie.

Soms voelt het fietsen ook als een ontsnapping aan de massale en schreeuwerige onderwerpen van de huidige tijd. Fietsend vaak over zelfde paden, maar een kleine verandering of een opvallende gebeurtenis kleurt vaak een hele rit of zelfs de hele dag anders. De schrikreactie van een grote groep ganzen wanneer een zeearend overvliegt, het maakt mij blij.

Winterkost

Vrijwel vegetarisch, maar in de winter kan je er af en toe niet omheen. De rollade bij de kerstdis en vooral de spek en rookworst in de stamppot of snert. Maar altijd vrolijk vlees uit de buurt. Vaak fiets ik er in de zomer al even langs, de rollades lopen dan nog ongeschonden over mijn fietspad of zoeken verkoeling in een meertje. De rookworsten en het spek liggen nog in de oorspronkelijke verpakking heerlijk in de modder.

Soms maken de varkens zich ook nuttig door het omploegen van percelen waarbij de vergeten oogstaardappelen of het woekerende Japanse duizendknoop, een vervelend onkruid, wordt opgepeuzeld.

Maar in de winter gaan de beesten, in hanteerbare stukken, op wintersport naar de vriezer van de Boerderijwinkel. De worst is prijzig, kost veel meer dan de Unox versie, maar je denkt het te proeven. De volgende dag compenseren met boekweit, een omelet en kerriesaus, ook lekker overigens. Daarnaast hebben de beesten, lekker in de modder, meewarig kunnen lachen om die rare fietser, ongewis van hun einde in de boerenkool, het krachtvoer bij uitstek voor een peddelaar in de winter.