verhaal 180: Slangenangst

De vorige eeuw al werd er, ergens in Zuidelijk Afrika, een voetbalwedstrijd gestaakt. Niet vanwege vuurwerk, nee tijdens een duel stoof niet alleen mijn tegenstander weg, maar ook alle andere spelers vluchtten naar een veilige plek. Mamba snake !! werd er geschreeuwd. De angst voor deze dodelijke gifslang zat er destijds goed in. Mijn fascinatie voor slangen werd er door gewekt.

Toch zag ik niet vaak een slang tijdens buitenlandse trips. Grote uitzondering wellicht de giga python die in Florida om mijn nek werd gehangen. Maar dat was het huisdier van de buurman van mijn vriendin waar ik op bezoek was.

Tijdens het hardlopen rond een dorpje in Utrecht, waar ik destijds woonde, lag er, ook ergens rond oktober bij de eerste nachtvorst, een ringslang verstijfd van de kou midden op mijn pad. Ik rende terug naar huis en haalde mijn grote soeppan. Niet om de slang tot soep te koken, maar het achterliggend idee was de slang ietsjes op te warmen en het reptiel te laten overwinteren in mijn composthoop. Meeuwis, de buurman zag mij aankomen met de pan en vroeg meteen wat erin zat. Ik liep naar hem toe en opende de deksel. In blinde paniek vloog hij naar binnen. Slangenangst, het komt vaker voor.

Zo ook bij één van de twee vrouwen op het fietspad van het Dwingelderveld, zij had een prachtig fototoestel op haar borsten. Omdat ik een verrekijker om mijn nek had hangen, vroegen de dames of ik nog iets gezien had. Zojuist had ik een adder in het gras zien liggen, lekker opwarmend in de zon. Terwijl de angst-hazin meteen weg wilde, vroeg de andere vrouw mij het serpent te laten zien. We liepen terug en jawel het beestje lag er nog. Enthousiast ging zij de camera halen bij haar vriendin. Echter zij kreeg het apparaat niet mee, het was een té gevoelig plaatje voor haar toestel.

Aarden

In onze omgeving zie ik wél met grote regelmaat slangen. Adders rond Dwingeloo, ringslangen op het Mantingerzand of in de bossen bij Gees (zie de SenO site). Recent zelfs een ringslang, in ons dorp. Een dooie lag aangereden op de Kanweg; waar dooie liggen, kruipen ook levende…

Niet dat er hier veelmeer slangen zijn dan elders, maar tijdens mijn fietstochten heb ik onze omgeving als mijn broekzak leren kennen. Een teken dat ik na pakweg 25 jaar ben geaard in Witteveen. Altijd trots op de prijzen die we winnen of waardering voor de Witteveense rituelen, die elk jaar weer terugkomen. Natuurlijk ook de oren gespitst al er een ambulance door het dorp rijdt, bang dat het een dorpsgenoot betreft. Het heerlijke gevoel van thuiskomen bij terugkeer na de vakantie. De pest in als onze Boys nipt verliezen van de jongens uit Dalerveen.

Elders aarden zal niet meer lukken, oude bomen verplaats je niet. Waarschijnlijk zal men het nog één keer proberen. Een kuil graven aan de Talmaweg, maar of ik daar zal wortelen? Twijfels veel leven zal er niet in zitten.