verhaal 185: Carbidbal

Ruim een maand geleden al, hoe trots kan een bal zijn. De hoofdrol had hij, bij het carbidschieten. Na een enorme knal schoot hij, over de hoofden van de toegestroomde Witteveners, uit de melkbus.

Hoger, steeds hoger, vloog hij boven het plantsoen, de sigaar van ons dorp. Zo hoog was nog nooit een bal geweest. Zelfs over het speciale vangnet, boven de Rodo om uiteindelijk de afdaling in te zetten. De landing was aangenaam, lekker in het dichte struikgewas.

Zo´n ruimtereis wilde hij nog wel een keer. Dat was ook de afspraak, ze zouden hem komen halen. Hij wachtte geduldig op het speciale reddingsteam. Hij hoorde al stemmen in de struiken….¨zie jij hem al¨ werd er geroepen.

Maar de redding bleef uit, hij bleef daar ongeduldig hangen tussen de takken. Het geknal van het schieten hield op. Zij zouden hém toch wel missen ? Was hij dan niet de belangrijkste bal, een echte kampioen, Champion, stond er duidelijk op zijn borst.

Die avond laat werd er nog wel even geknald, maar daarna werd het stil, oorverdovend stil.

Dagen gingen voorbij, even kreeg hij hoop, in de verte zag hij grote zoeklichten, maar het bleken de lichten van de ijsbaan, die even open was. Inderdaad het was koud, maar vooral nat. Af en toe werd de bal heen en weer geschud door de storm. Maar gevonden werd hij niet, de carbid bal voelde zijn levenslust weglopen. De letters op zijn borst beginnen al te vervagen. Eind januari, de champion voelt zijn einde naderen.

Ongeluk

Veel regen, gevolgd door vorst en ijzel, dan moet je wel heel simpel zijn om op de fiets door de bossen te crossen.

Pas op veur hoogmoed en 'n leeg zoldertie, veur dait wit heij 'n bult an de kop.

Of op zijn Nederlands….Overmoed komt voor de val en die kwam er dan ook. Om in straattaal uit mijn jeugd te spreken. Ik pleurde keihard op mijn plaat.

Versuft lag ik in de modder, in het verlaten bos ergens tussen Elp en Grolloo.

Voorzichtig voelen of alles nog werkte, eerst het lichaam, dat armoedig overeind kwam. Het leek het nog wel te doen, geen bult op mijn hoofd. Vervolgens de fiets, die bleek veel beter bestand, een echte MTB. Nog steeds het betrouwbare geluk in mijn leven, voor hoe lang nog ? Nat en koud kon ik moeizaam verder.

Veel minder geluk hebben véél teveel Witteveners op dit ogenblik. Echt niet door overmoed, maar eerder door domme pech is er veel chagrijn en ongeluk in ons dorp.

De ene dorpsgenoot ken je wat beter, van de andere hoor je de zware tegenslag toevallig in ¨De Tille¨ of tijdens een praatje op straat. Toch merk je hoe dichtbij het is, weliswaar geen familie maar wel een dorpsgenoot. Net als bij die ambulance in de verte, die toch niet over de weg Emmen-Drachten rijdt, maar met kabaal en zwaailicht ons dorp komt binnenscheuren. Je hoopt dat-ie doorrijdt, zo niet waar stopt-ie, en de hoop dat het niets ernstigs is..sterkte.