“Man ist was er ißt.”, de beroemde spreuk van een Duitse filosoof. Je bent wat je eet , zeker ook bij een uitgebreide kerstmaaltijd. Het hele jaar op inspectie, fietsend langs de varkensboer in Gees. Of over de Drentse hei, daar staan de Schotse Hooglanders regelmatig in de weg, onwetend van mijn kerstdis als hun eindbestemming.(verhalen 31 en 141)
In de winter wordt er namelijk af en toe vlees gegeten; met name rookworst en spek in snert en stamppot, onvervangbaar. Natuurlijk ook de Friese traditie, rollade met kerst.
Verder een vrijwel vleesloos bestaan; destijds in mijn studentenhuis waren er twee groepen mét of zónder vlees. Maar we aten vaak samen, de ene keer mét, de andere keer zónder. De ene groep grapte over de dooie beesten, de andere zag de humor van het vogelvoer.
Ik belandde in het kamp van het vogelvoer, wellicht vanwege de aantrekkelijkste huisgenote, maar ben er nog altijd blij mee. Zeker ook vanwege dierenleed, milieu en gezondheid, maar vooral omdat het ook hartstikke lekker is...zangzaad. Boekweit met een pittige kaassaus, een curry met Quinoa of een andere favoriet schijt-rijst (studententerm voor zilvervliesrijst) met pindasaus.
Verder is mijn smaak wel verschoven, vroeger was een gegrilde kip mijn absolute favoriet, tegenwoordig draait mijn maag zich om als ik in Hoogeveen langs een stinkende grill met kippenlijken loop.
De kopvrouw thuis doet alsof ze vleesloos ook lekker vindt, waarschijnlijk ingegeven doordat de meesterknecht de maaltijd op tijd klaar heeft en zij na een lange werkdag niet zelf hoeft te koken. De kinderen hebben er mee leren leven, maar duiken na een avond stappen juichend de shoarma tent in.
Onmisbaar
Vroeger trekschuit of paard en wagen, maar tegenwoordig is een auto onmisbaar. Wassen doe je al lang niet meer in een tobbe maar de wasmachine doet het vuile werk. Voor een moeilijke staartdeling geen pen en papier, maar de computer. Voordat je het weet is elke vooruitgang onmisbaar.
Recent heeft de kopvrouw een paar verwarmde handschoenen aangeschaft, een hele investering, maar zij beloofde een krantenwijkie erbij te nemen. Tijdens de recente vorstperiode was de verleiding groot om die handschoenen ook te proberen.
Gelukkig niet gedaan. Niet dat ik zelf bang ben voor een krantenwijkie, weer een extra fietstocht met hopelijk handige kleurrijke opvallende fietstassen. Nee voordat je het weet zijn ook die handschoenen onmisbaar.
Hetzelfde geldt voor de elektrische fiets. Als ik in de vrieskou met tegenwind word ingehaald door een stralend koppel bejaarde elektro fietsers slaat af en toe de twijfel al toe. Toch komt er een tijd dat de e-bike ook voor mij onvermijdelijk wordt, het fietsgevoel is onmisbaar.
Echter vooralsnog in weer en wind trappen gevolgd door het heerlijke moment om thuis te komen. Lekker voldaan een gezond gevoel, hopelijk Magere Hein weer op afstand gefietst. Vervolgens genieten van een zalige trappist. Wat een hypocriet, denkt U wellicht, zeker ook na mijn gezonde fiets- en vogelvoer verhalen. Alcohol maakt meer stuk dan je denkt, echter met mate en als aanvulling op de Duitse filosoof: “Man stirbst an was man trinkst”